Ballustrada
BALLUSTRADA 35 JAAR !!!!!!
Jazeker: het zevende jubileum van Ballustrada! Een heilig getal en daarom kijken we in deze feestelijke uitgave voor het eerst eens echt terug.
Niet volledig, we zijn geen engelen. Wel durven we het aan om het verleden in het hart van ons blad daadwerkelijk een plek te geven.
U krijgt fragmenten van een zeer prille Ballustrada (de eerste jaargang) voorgeschoteld. Hoe naïef en vol hoop waren we toen en overigens ook: hoe venijnig al.
De reguliere inhoud en de meeste vaste rubrieken moet u deze keer missen. Daar staat heel wat tegenover. Zoals een uitgebreide terugblik door André van der Veeke.
Johan Everaers vroeg voor de rubriek Taal Ver Taal aan een tiental vertalers hoe zij denken over het plaatsen van de oorspronkelijke tekst bij de vertaling.
Jan J.B. Kuipers kijkt zelfs twee keer terug en oud- redacteur Theo Raats memoreert zijn bemoeienissen met het spraakmakende themanummer over dichter Hans Verhagen.
Daarnaast evalueren tal van vaste of minder vaste medewerkers hun band met Ballustrada, halen herinneringen op, schetsen karakter en functie van ons tijdschrift.
Bert Bevers belicht ons geboortejaar. Hendrik Carette noemt onze uitgave Licht Zeeuws een juweel flonkerend in Zeeuws Licht. San Bos onthult Geheime Correspondentie met de redactie, Y. Né openbaart een geografische duiding, naast de literaire roeping van de Nieuwe Nachtegaal. Wouter Noordewier bromt vanuit het hiernamaals, Job Degenaar hanteert de loftrompet, Kees Klok benadrukt de Zeeuws-Dordtse vriendschap. Wim Hofman geeft uitleg over onze middeleeuwen vol stencil- en nietwerk, terwijl Tijs van Bragt zich herinnert dat Ballustrada hem hielp zijn weg in de poëziewereld te vinden en Maria Timiaan/Marloes Matthijssen de schemergebieden exploreert.
Ook Emma Crebolder hoort weer de Zeeusche Nagtegael. Jabik Veenbaas vindt Ballustrada fris en onafhankelijk, Thom Schrijer analyseert een aantal gedichten uit het blad. Hans Overvliet belicht de historische kunstveiling ten behoeve van Ballustrada. Jos Rouw erkent dat de Rolling Stones van de literatuur in Zeeland hem mede literair vormden. Intussen kan Will van Broekhoven zijn gezicht niet meer laten zien in de Sinjorenstad dankzij zijn bijdragen aan ons tijdschrift. Paul van der Velde herhaalt zichzelf om de feestvreugde te verhogen, Paul van Leeuwenkamp ontmoette overal collega-Ballustradianen. Rogier de Jong schreef als enige een lofdicht op het blad. Ko de Jonge en Jan Verschoore drukken ook deze keer hun stempel, soms letterlijk. En Minor en Wim van Til en …?
Ongetwijfeld en traditiegetrouw vergeten we belangrijke bijdragen te vermelden. Excuus daarvoor, het was niet met opzet.
We zijn immers al hard aan het denken over het veertig jarig jubileum.