Website statistieken, LetsStat X7

Talent - LiverseV01

Ga naar de inhoud

Talent

Talent op drift
Het bewogen leven van David Rodriguez
Linda Wouters
Verschijnt binnenkort
(Nu reeds te reserveren verkoop@liverse.nl)

John Schoorl schreef op 13-02-2016 een soort necrologie in de Volkskrant

Muzikale geweldenaar gestrand in Dordrecht
Hoe een gevierde countryheld straatmuzikant werd
De Texaan David Rodriguez was een legende als americana-zanger.
Hoe eindigde hij als muzikant in de Dordtse straten?

Uit een fietstas met een uitbundig bloemenmotief komt een whiskey-fles met daarin de as van zanger David Rodriguez. Ze staan met drie vrienden in Dordrecht op de plaats waar de Noord, de Beneden-Merwede en de Oude Maas bij elkaar komen. Nog even en Rodriguez' resten stromen met het water naar zee.

Linda Wouters heeft wat as in een weckpot bewaard, als aandenken. Adrie Wijntje houdt de hand op zijn zeemanspet en Becky Ronner duikt diep in haar jas. De mist verschaft het schouwspel op deze nieuwjaarsdag een stemmig decor. Voordat ze als eerste haar bijdrage in het water kiepert, wil Linda graag iets voordragen uit eigen werk.

Vandaag strooien wij uit wat van jou rest op je geliefde, laatste plek.
Dit punt waar nu een binnenvaartschip voorbij gaat, gold als de favoriete plek van de in Dordrecht geëindigde Mexicaans-Texaanse zanger. Hier parkeerde hij zijn scootmobiel en staarde hij - met zijn zwarte baret stevig op zijn zwart-grijze krullen - over het water. Je kunt het je niet voorstellen, maar het deed hem hier denken aan Galveston, de Texaanse kustplaats met zicht op de Golf van Mexico.

Als hij op 26 oktober 2015 niet zomaar dood in zijn bed was gevonden, hadden ze vandaag zijn 64ste verjaardag gevierd. Waren ze met zijn vieren bij elkaar gaan zitten voor een borrel in het Stadscafé Rijke & Zn, met Rodriguez aan het hoofd van de tafel met een droge witte wijn in zijn hand. Had hij grote verhalen verteld, die met veel humor en poëtisch vermogen in de lak werden gezet. Misschien zou hij wel hebben gezongen en met virtuoos gemak zichzelf begeleiden, over die keer dat hij Gypsy Dave hoorde zingen. Dan had hij betekenisvol om zich heen gekeken bij die regel waarin zijn eigen mysterie werd aangestipt:
'You ask what makes a man forsake his family and his home'.

Want dat was nou net waar David het aan de stamtafel nooit over had. Dat hij net als in die song zijn familie en huis had achtergelaten, meer dan twintig jaar geleden, en hier in Dordrecht zat. Alleen dus, en niet in Texas bij zijn familie, moeder, of kinderen.

Wat was er gebeurd dat hij niet meer terug kon? Linda, Becky en Adrie wisten het niet precies, behalve dat hij verklaarde een rock-'n-roller in ruste te zijn, en het naar z'n zin te hebben in Nederland. Het verbaasde hen niet meer dat hij hier woonde, of dat hij in een buurtcafé scheidsrechter was bij biljartwedstrijden.

'Hij schermde alles zorgvuldig af', zegt Linda. 'Heel soms gaf hij een inkijkje in zijn gevoelsleven. Ik had sterk het idee dat hij niet van zichzelf hield, en zeker niet van zijn lichaam. Hij was zijn hele leven door iedereen op een voetstuk gezet maar kon die verwachtingen niet waarmaken. Daarom was hij een diep teleurgesteld mens.'
Een ding staat wel vast voor hen: zij hebben een andere David leren kennen dan de David die Texas verliet of daar in de muziekscene actief was. Zij zagen een lieve, zachtaardige, eigenwijze levensgenieter, een cultfiguur in de binnenstad. En niet een onbetrouwbaar, opstandig, zuipend en snuivend stuk vreten - zoals hij ook wel werd getypeerd.

Op dit verstrengelde water van drie rivieren
zal je eeuwig zwerven net als destijds

Met tranen in haar ogen sluit Linda de voordracht af, en probeert de weckpot in het water te legen. Wat niet helemaal lukt, de anderen moeten bukken om geen as in hun gezicht te krijgen. Een deel van Rodriguez waait de stad weer in. Alsof hij eigenlijk nog niet klaar was in Dordrecht.

Je hebt countrymuziek, vooral uit Nashville, en je hebt americana, ook wel rootsmusic genoemd, en daarvan ligt de bakermat in Texas. Deze muziek brengt ons de ongewassen neefjes en nichtjes van de country die met gitaar in de hand over onmatig drankgebruik, de betere zielepijn en autoritten op een verlaten snelweg zingen.

In Nederland kent het genre een grote aanhang en prachtige festivals. Dus is het vanzelfsprekend dat als eind januari 2016 de koningin van de americana, Lucinda Williams, in Paradiso optreedt, de zaal is uitverkocht. Het is wachten op het moment dat ze iets over Rodriguez zegt, net als in 2003. Toen was hij als speciale gast door haar uitgenodigd, en speelde ze een nummer van hem. 'Ik voel de aanwezigheid van een genie, want mijn vriend David is hier', sprak ze toen de volle zaal toe.

Deze keer komt wederom een batterij tragische zangers voorbij - maar geen David. Een paar dagen voor haar hoofdstedelijke gig wil ze aan de telefoon wel praten over Rodriguez, met wie ze in de jaren tachtig rondhing in de muziekscene van Austin. Ook nam ze een duet met hem op, Deportee, een nummer over het treurige geploeter van Mexicaanse immigranten.

'Hij was als geen ander geschikt om dit nummer samen mee op te nemen', zegt Williams met haar slepend zuidelijk accent. 'Hij viel op in die dagen, you know, wat best moeilijk was, met al die singers die er toen waren. Dat kwam door de politieke invalshoek in zijn liedjes, zijn sociaal bewustzijn, maar ook door zijn temperament en zijn power. Hij studeerde zelfs rechten, als iets om op terug te vallen. Al die ongebruikelijke elementen maakten hem interessant, and very likeable.'

Ze had 'm weleens gevraagd waarom hij toch in Nederland bleef, en nooit 'es terugkwam naar Texas. Een duidelijk antwoord bleef uit, vertelt ze. 'It was a mystery.' Ik heb mijn leven hier, kreeg ze te horen. 'Drie jaar geleden vroeg ik 'm naar een optreden te komen in Nederland, per e-mail. Maar hij had geen zin meer. Hij was niet meer met muziek bezig. And, sadly, now he's gone.'

In een slecht verlichte ruimte in Austin staat zijn zus Leticia Rodriguez voor de microfoon. Op een Facebook-filmpje is te zien hoe de familie in de Sahara Lounge op nieuwjaarsdag is bijeengekomen, net als in Dordrecht. Velen van hen hebben hem twintig jaar niet gezien of gesproken. Daar in Texas is ook de andere helft van de gecremeerde Rodriguez, die in de Golf van Mexico zal worden uitgestrooid.

Terwijl de muziek van Rodriguez klinkt, worden herinneringen opgehaald aan de broer die 'de olifant in de kamer' was. In 1952 werd hij geboren in het olieraffinaderijdistrict in Houston. David kreeg op zijn 2de polio waardoor hij zijn hele leven met een stok moest lopen, en op het eind zich in een scootmobiel verplaatste. Hij leerde piano- en gitaarspelen en zat al op zijn 13de in een rock-'n rollband. Hij zou dat jaren blijven doen.

In Austin studeerde hij rechten, omdat hij als advocaat de misstanden onder Mexicaanse immigranten wilde aanpakken. Toen dat te weinig opleverde, probeerde hij nog de politiek in te gaan, tevergeefs. In de stad zag hij zangers als Lyle Lovett en Townes Van Zandt. Dat wilde hij ook: verhalen vertellen met een gitaar in zijn handen, poëzie op muziek zetten. In een ongekend tempo begon hij liedjes te schrijven, naast zijn advocatenpraktijk, en hij raakte bevriend met Lovett en Van Zandt. Begin jaren negentig bracht hij twee cassettes uit en een cd, True Cross - met daarop het duet met Lucinda Williams.

Drie jaar achter elkaar werd hij uitgeroepen tot 'beste singer-songwriter van Texas'. In de tussentijd strandden twee relaties en kreeg hij twee kinderen: zoon Wilse en de latere zangeres Carrie Rodriguez.

Leticia staat voor de microfoon, en vertelt hoe haar broer als kind al alles kon spelen op muziekinstrumenten. Het beeld van die inspirerende broer en magische performer wil ze graag vasthouden. Per e-mail voegt ze eraan toe dat ze tijdens de ceremonie de familie het idee wilde geven dat de David die gestorven is, niet de narcist was die zijn familie liet bungelen. 'Hij was een man die veel aan hen dacht maar niet wist hoe hij het contact moest herstellen', schrijft Leticia. 'Zijn provocatieve karakter kwam voort uit frustratie en pijn die hij voelde door zijn handicap. Als mensen te dichtbij kwamen, duwde hij ze weg, uit schaamte.'

Ad van Meurs zit op een bank in de Eindhovense Daltoon Studio's. Om hem heen is Eric van der Lest, de uitbater van deze naar chaos neigende muzikale uitspanning, op zoek naar de cd die hij hier met David Rodriguez opnam: Proud Heart. Hij leerde hem kennen in 1992. Toen toerde Van Meurs in Texas en om zich te verplaatsen had hij een krakkemikkige auto gehuurd - die na een kilometer al het loodje legde. Er ontstond gedonder met de verhuurmaatschappij en iemand kende een advocaat die van aanpakken wist.

Van Meurs: 'En daar stormde een rebel binnen met donkere krullen, in een driedelig pak dat je doorgaans alleen ziet bij Zuid-Amerikaanse drugshandelaren. 'Ik regel het wel', zei David, en hij regelde het ook. Toen hij zei singer-songwriter te zijn, net als ik, hielden we contact.'

Toen Rodriguez in 1994 zijn eerste Europese tournee deed, ging Van Meurs kijken bij een optreden in Brussel. 'Ik viel van mijn stoel', zegt hij. 'Ik had echt het idee dat ik naar een sensatie zat te kijken. Zo goed op alle levels: compositie, zingen, gitaarspel, zijn filosofische teksten. Dit was een belangrijk moment in mijn leven, terwijl ik toch vele groten der aarden heb zien spelen.'

Een halfjaar later stond hij opeens voor zijn deur in Eindhoven: 'Hai Ad, ik kom een tijdje bij jou wonen'. Van Meurs: 'David zei in de shit te zitten en op de vlucht te zijn voor schuldeisers. Hij noemde zich een belastingvluchteling, een IRS-fugitive. Hij behoorde tot een advocatencollectief in Austin, maar dat spatte uiteen en hij was financieel eindverantwoordelijk. Hij liet me een document zien waarop de hoogte van zijn schuld stond. Een fors bedrag, iets tussen de 150 duizend en de 200 duizend dollar. Ze zaten 'm op de hielen - dat was zijn verhaal.'

Een halfjaar woonde hij bij Van Meurs. 'Het was een wilde tijd. We gingen veel samen naar de kroeg en hij had snel uitgevogeld waar je in Eindhoven de beste coke kon krijgen. Het was een innemende man, ook voor de vrouwen. Dus voordat ik het wist, had ik alle buurmeisjes én alle junks van de stad over de vloer, inclusief Townes van Zandt, zijn beroemde drinkemaat.'

Dan was er nog het weerbarstige karakter dat Rodriguez meenam naar Huize Van Meurs. 'Het moest precies gaan zoals David het wilde. Hij had zichzelf hoog zitten, hij wist dat-ie goed was. Als het dan niet ging zoals hij wilde, of er was gedonder over geld, dan werd-ie agressief. De cd die we maakten was prachtig, maar ook daarover maakte hij ruzie. Na een half jaar moest-ie er echt uit. Er was te veel David.'

Als de opnames eindelijk zijn gevonden, klinkt daar in die bovenkamer in Eindhoven zijn stem. Opeens doen alle kritische schijnbewegingen er niet meer toe, want Van der Lest en Van Meurs lijken te verdwijnen in de muziek. 'Wat is het toch jammer, zoals het gegaan is', zegt Van der Lest. 'Hij had de looks, de babbels, de brains, de muziek, en hij had echt een internationaal gerespecteerd singer-songwriter kunnen zijn. Hij had het talent om anders te zijn. Maar hij was verslaafd aan chaos en ruzie. Alles moest kapot, en niemand mocht hem helpen.'

Ook een andere Nederlandse americana-zanger, JW Roy, heeft veel met Rodriguez te maken gehad. Een paar dagen na de dood van de Texaan verscheen van Roy de cd Dry Goods & Groceries, met daarop een door Rodriguez geschreven nummer: Angel Bird. Roy wilde dat mensen in Nederland in de gaten kregen dat er in Dordrecht een onbekende muzikale geweldenaar rondscharrelde. En juist op dat moment ging-ie dood.

Tijdens zijn toernee vertelt Roy over Rodriguez en daarna speelt hij zijn lied. Hij vertelt over hoe Rodriguez op Terschelling terechtkwam en zich daar na overmatig drankgebruik onmogelijk maakte. Met zijn laatste tientje nam hij de boot terug naar Harlingen. Op de kade belde hij met zijn bank, die hem vertelde dat er 80 duizend dollar op zijn rekening was gezet. Lyle Lovett had een nummer van hem opgenomen, en dat was op een soundtrack van een film terechtgekomen. 'Hij kocht voor het geld een paar zwarte klompen en een bromfiets en zette koers naar Dordrecht. Waar hij het geld in een mum van tijd verbraste.'

Net als Ad van Meurs wilde JW Roy ooit een cd met Rodriguez opnemen, en hij verkoos de oude slagerij van zijn vader in Knegsel als studio. Tussen de sessies van The Lonesome Drover sliep Rodriguez boven de Brabantse slagerswinkel. JW Roy had één fles whiskey in een kastje gestopt, uit het zicht van Rodriguez. Toen hij de volgende dag de zaak binnenliep, stond het kastje open. Hij vond de lege fles, naast Rodriguez. De zanger stond op alsof er niks aan de hand was. Hij liep naar het oude Philips-orgel van Roy senior en speelde Try.

'In één take stond het erop', zegt Roy. 'Wat een geweldig artiest! Maar hoe geniaal die muziek ook was, als ik bij platenmaatschappijen zijn naam noemde, was ik klaar. Niemand wilde The Lonesome Drover uitgeven. Ze waren altijd bang dat er weer gedonder ontstond met David. 'Het is altijd hetzelfde liedje met hem', zeiden ze dan. 'We trappen er niet meer in'. Soms ging het even goed, en dan - bam - moest het weer kapot.'

Hier zat hij dan, met grote regelmaat, in Stadscafé Rijke & Zn in Dordrecht, zo'n twintig minuten verwijderd van zijn benedenhuis - mét moestuin. Onderweg naar de kroeg groette hij voorbijgangers, zoals stadsdichter Peter M. van der Linden, met wie hij had afgesproken ooit een keer zijn hele verhaal te vertellen voor de lokale televisiezender. Of zag hij mensen die zich hem herinnerden uit een duistere alcoholische periode. Nog meer kennen Dordtenaren hem als voormalig straatmuzikant. Daar zat dus de ooit beste singer-songwriter van Texas op een krukje voor het Blokkerfilaal aan het Statenplein. Met een peuk in zijn mondhoek, en zijn accordeon op zijn schoot, zong hij Tulpen uit Amsterdam. Er kon een noodzakelijke bijdrage worden geleverd.
Eigenlijk kwam hij de laatste jaren in een rustiger vaarwater. Hij werd Nederlands staatsburger, kreeg een huis en zelfs een baan als juridisch medewerker in Rotterdam. Zijn laatste optredens waren met de jonge honden van the Rhythm Chiefs. Hij wilde niks meer met muziek, maar zij wisten 'm over te halen nog één keer een cd op te nemen, en nog één keer te gaan toeren. Dat zou dit voorjaar gaan gebeuren.

Aan de stamtafel zit vriendin Becky Ronner, die ook als Amerikaanse in Dordrecht terecht is gekomen. Over de reden waarom hij nooit het vliegtuig terug naar Houston nam, liet hij zich niet uit, zegt ze. Het verhaal van zijn torenhoge belastingschuld, zoals dat ook door zijn familie in Austin wordt bevestigd, had hij geheim gehouden. Ze dacht dat hij vanwege de politieke en artistieke vrijheid in Nederland was gestrand. Nu na zijn dood blijkt dat hij doodsbang was om in de gevangenis te komen vanwege zijn schulden, snapt Becky zijn terughoudendheid wel. 'Hij wist dat hij dat niet zou overleven met zijn gezondheid.' Ze hadden het wel vaak over zijn familie. Hoe hij vervreemd was geraakt van zijn broers en zusters; alleen met zijn moeder belde hij een keer per week. Zijn zoon en dochter sprak hij amper. 'Je hoefde 'm ook niet te vertellen dat-ie de relatie met zijn familie moest verbeteren', zegt Becky. 'Dat had geen nut. Daarvoor was hij te onafhankelijk, te veel op zichzelf.'

Voordat hij naar het drierivierenpunt was gefietst, had Adrie de as van Rodriguez aangelengd met water om er zeker van te zijn dat hij gelijk naar de bodem zou zakken. Hij wilde niet - zoals met de weckpot van Linda werd aangetoond - dat de as terug zou komen op deze Nieuwjaarsdag. Becky mag de fles in het water gooien. There he goes. Ze houden elkaar even vast, en dan draaien ze zich om, om naar het water te kijken. O my God, roept Becky verschrikt uit. De fles is niet naar beneden gezakt, maar drijft met de rivier mee, de dop blijft nog lang zichtbaar, ondanks de mist. 'Dit was zijn laatste grap', zegt Adrie. 'Bye Davy.'
Terug naar de inhoud